God zij met ons Suriname, is de eerste zin van ons volkslied. Deze passage uit de zeer krachtige tekst is een oproep aan de Almachtige die vooral in deze tijd zeer toepasselijk en zelfs noodzakelijk is. Het gaat om de bescherming en zegen die wij afsmeken, zodat het land en volk betere tijden tegemoet kan gaan.
Gedurende de 47 jaren onafhankelijkheid heeft Suriname pieken en dalen gekend. Steeds weer heeft het volk getoond over die veerkracht te beschikken om uit moeilijke perioden te komen.
Tijdens regeerregimes waar de Nationale Partij Suriname (NPS) deel van uitmaakte, is het keer op keer gelukt om middels prudent en transparant beleid ongunstige tijden te keren naar aanvaardbare niveaus. De monetaire dekking tot aan 2010 en de jaren direct daarna, de herstel-, stabilisatie-, groei- en ontwikkelingsfasen die volgden, waren zichtbare uitingen van het NPS-beleid. De toekomst van Surinamers was ruimschoots veilig gesteld in 2009. De koers was 1:2.80.
Waarom is dit toch anders gelopen? Waarom kan niet zonder emoties gekeken worden naar die positieve bijdragen van de NPS? Waarom is een groep bewust bezig om Suriname steeds weer opnieuw in een avontuur te storten? Zijn wij niet allemaal Surinamers, mensen die stuk voor stuk een vredig, goed en acceptabel bestaan willen leiden?
Niet alleen de hoop van velen, maar ook hun toekomst lijkt nu verloren te zijn gegaan. Het geloof in onze Onafhankelijkheid en de mogelijkheden die daarmee gecreëerd waren op 25 november 2022, moeten teruggebracht worden. “Wij zijn een sterk en krachtig volk en samen kunnen wij onze toekomst die moet leiden naar welvaart en welzijn voor elke burger, bepalen. Een ander tijdperk van dienend leiderschap.
De NPS gaat u voor; God zij met ons Suriname.
Namens de NPS
Gregory Rusland
voorzitter