“Vandaag bied ik namens de Nederlandse regering excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden”. Zo sprak de Nederlandse premier Mark Rutte gisteren in een reactie op het rapport “Ketenen van het verleden van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden”. Het rapport uit 2021 adviseerde het kabinet onder meer om namens de Staat excuses te maken voor het slavernijverleden.
Dat gebeurde dan maandag ook. Zijn toespraak was in hotel Torarica door genodigden van de Nederlandse ambassade in Paramaribo live te volgen.
Het Nederlands kabinet wil vóór 2023 iets “betekenisvol” doen rond het slavernijverleden. Dan is het 150 jaar terug waarop formeel de slavernij in 1863 werd afgeschaft.
Dewanchandrebhose Sharman, de voorzitter van de DNA Commissie Mensenrechten, reageerde kritisch op de uitgesproken excuses. Er zijn volgens Sharman twee momenten van de excuses: het moment van aanbieden en het moment van acceptatie. “Ik denk dat in het voortraject er meer politieke volwassenheid aan de dag gelegd moest worden door Nederland. Suriname kan absoluut niet akkoord gaan met deze excuses, zover zijn we nog niet. Er zijn meer gesprekken nodig.”
Armand Zunder, voorzitter van de Nationale Reparatie Commissie Suriname, noemt het aanbieden van de excuses belangrijk. “Er is een stap voorwaarts gezet”, zegt hij. De misdaden zijn hier verricht en zou er daarom ook hier excuses gedaan moeten worden.
