Oekraïne heeft elke betrokkenheid bij de sabotage van de Nord Stream-pijpleidingen ontkend na een bericht in de media waarin nieuwe informatie werd aangehaald dat een “pro-Oekraïense groepering” mogelijk achter de aanval van vorig jaar op de Russische gasleveringen aan Europa zat.
De ontkenning door een hooggeplaatste Oekraïense functionaris op dinsdag kwam naar aanleiding van een rapport van de New York Times, waarin nieuwe inlichtingen werden aangehaald die waren beoordeeld door Amerikaanse functionarissen.
“Hoewel ik het leuk vind om grappige complottheorieën over (de Oekraïense) regering te verzamelen, moet ik zeggen: (Oekraïne) heeft niets te maken met het ongeluk in de Oostzee en heeft geen informatie over ‘pro-(Oekraïense) sabotagegroepen’,” schreef Mykhailo Podolyak, topadviseur van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky op Twitter.
De New York Times zei dat de nieuwe inlichtingen die door Amerikaanse functionarissen werden beoordeeld, suggereerden dat een groep die loyaal was aan Oekraïne, maar onafhankelijk handelde van de regering in Kiev, betrokken was bij de operatie.
Het blijft een mysterie wie mogelijk verantwoordelijk is voor de brutale sabotage afgelopen september, waarbij twee pijpleidingen die Russisch gas naar de Europese Unie transporteerden, beschadigd raakten en gericht waren op een cruciale bron van inkomsten voor Moskou. Beide pijpleidingen waren ten tijde van de aanval die maanden na de Russische invasie van Oekraïne plaatsvond gesloten.
