Het Israëlische parlement heeft een wet aangenomen die het moeilijker maakt om een premier af te zetten. De oppositie vermoedt dat de huidige premier Benjamin Netanyahu met de wet zijn eigen positie wil beschermen. Hij wordt al langer achtervolgd door corruptiezaken.
Een premier kan na invoering van de wet alleen nog worden afgezet op basis van fysiek of psychologisch “onvermogen”. Drie kwart van de parlementariërs of drie kwart van de kabinetsleden moet het daarmee eens zijn. Het is dus uitgesloten dat het hooggerechtshof of het openbaar ministerie straks nog een rol speelt bij een afzetting.
De oppositie noemt de wet “onfatsoenlijk en corrupt”. Tegenstanders van Netanyahu hopen dat het hooggerechtshof de invoering nog kan verhinderen.
61 van de 120 parlementsleden stemden donderdag voor de wetswijziging. De wet is deel van een omstreden pakket met hervormingen van de rechtspraak, die de invloed van de gerechtelijke macht moeten terugdringen.
Netanyahu wil onder meer dat politici meer inspraak krijgen bij de aanstelling van rechters. Ook zorgt de wet ervoor dat beslissingen van het hooggerechtshof kunnen worden teruggedraaid.
Israëliërs gaan al maanden de straat op om te protesteren tegen deze hervormingen, die ze als een bedreiging voor de democratie zien. Donderdag staan nieuwe protesten gepland. Ook internationale bondgenoten van Israël hebben zich tegen de plannen uitgesproken.
