Oud-president Hashim Thaçi van Kosovo heeft maandag bij de start van zijn proces voor het Kosovotribunaal in Den Haag ontkend dat hij schuldig is aan oorlogsmisdaden. De 54-jarige Kosovaar wordt verdacht van moord, foltering en ontvoering tijdens de onafhankelijkheidsstrijd tegen Servië.
Thaçi staat samen met drie andere kopstukken van het Kosovaarse bevrijdingsleger UÇK terecht voor misdaden die tegen het einde van de jaren negentig zouden hebben plaatsgevonden. De oud-president en de drie medeverdachten zouden in de Kosovaarse onafhankelijkheidsstrijd betrokken zijn bij de dood van meer dan honderd mensen.
In de jaren negentig woedde een hevige onafhankelijkheidsstrijd tussen etnische Albanezen en Serviërs in Kosovo dat toen nog een provincie van Servië was. Alleen tussen 1998 en 1999 kwamen bij dit conflict al meer dan tienduizend mensen om het leven.
Het Kosovaarse bevrijdingsleger werd in 1990 opgericht om te strijden voor onafhankelijkheid voor de etnisch Albanese meerderheid in Kosovo. De militante groep pleegde aanslagen op Servische minderheden in de provincie. Thaçi was een van de oprichters van het bevrijdingsleger en wordt onder de Kosovaarse bevolking nog altijd beschouwd als held. Maandag verzamelde zich een groep pro-Thaçi-demonstranten bij de speciale rechtbank in Den Haag, waar het tribunaal plaatsvindt.