Het aantal operationele kernwapens is in een jaar tijd wereldwijd toegenomen. Dat meldt het Stockholm International Peace Research Institute (Sipri) in een jaarlijks rapport over de kernwapens in de wereld. Volgens het Sipri zijn er nu zo’n 12.512 kernkoppen, waarvan er 9576 operationeel en dus gebruiksklaar zijn. Dat zijn 86 meer operationele kernwapens dan vorig jaar.
De cijfers van het Sipri laten zien dat de trend van geleidelijke ontwapening sinds het einde van de Koude Oorlog, ruim dertig jaar geleden, is gebroken. “De wereldwijde afname van inzetbare kernkoppen lijkt tot stilstand te zijn gekomen en de aantallen nemen weer toe”, staat in het rapport.
Het Sipri merkt hierbij overigens op dat landen sinds de Russische invasie van Oekraïne minder transparant zijn over hun arsenaal, wat de schattingen kan vertekenen.
“We glijden af richting één van de gevaarlijkste periodes in de geschiedenis van de mensheid”, reageert Sipri-directeur Dan Smith tegenover de Britse krant The Guardian op de cijfers. “Het is van levensbelang dat regeringen manieren vinden om samen te werken om de geopolitieke spanningen tot bedaren te brengen en de wapenwedlopen te vertragen.”
Er zijn negen kernmachten in de wereld. Rusland was in januari van dit jaar volgens het Sipri het land met de meeste kernkoppen (4489), gevolgd door de Verenigde Staten (3708). Daarna volgen op grote afstand China (410), Frankrijk (290), het Verenigd Koninkrijk (225), Pakistan (170), India (164), Israël (90) en Noord-Korea (30).
De toename in het aantal operationele kernwapens zat volgens het Zweedse onderzoeksinstituut met name bij China, dat 60 nieuwe kernkoppen aan zijn arsenaal toegevoegd zou hebben. Het Sipri baseert zich hierbij voornamelijk op Amerikaanse data, omdat China hier geen mededelingen over doet. Ook Rusland, Pakistan, Noord-Korea en India breidden hun arsenaal licht uit. Andere kernmachten deden dat voor zover bekend niet.