De rellen in een vrouwengevangenis in Honduras waarbij gisteren tientallen doden vielen waren het gevolg van bendegeweld, zegt president Castro. Volgens haar was het geweld in de gevangenis in Tamara “gepland door maras (straatbendes) met medeweten en instemming van de veiligheidsautoriteiten”.
Er zijn nu 41 doden geteld, maar er wordt rekening mee gehouden dat het dodental verder oploopt. Het is nog niet bekend of alle slachtoffers gedetineerden waren. De identificatie is nog niet afgerond en wordt bemoeilijkt doordat een aantal lichamen is verkoold.
Volgens plaatselijke media zijn de meeste slachtoffers omgekomen nadat de ruimte waarin ze zaten in brand werd gestoken. De rest stierf door kogels of steekwonden. Ten minste zeven gevangenen zijn gewond naar een ziekenhuis gebracht in de hoofdstad Tegucigalpa, enkele tientallen kilometers verderop.
Een hoge leidinggevende bij de gevangenisdienst zegt dat de aanvallers dinsdagochtend rond 08.00 uur de bewakers “verwijderen” en daarna de deur openden naar een aangrenzend cellenblok. De bewakers zouden daarbij niet gewond zijn geraakt. In de gevangenis is plaats voor 900 gedetineerden.
De slachtoffers zijn waarschijnlijk leden van de bende MS-13, de aanvallers horen vermoedelijk bij de rivaliserende groep Barrio 18. Volgens ooggetuigen openden die de aanval met semiautomatische vuurwapens en kapmessen.
Familieleden van gevangenen zeggen dat hun naasten werden bedreigd door leden van Barrio 18, meldt persbureau AP. De bendeleden zouden hebben geëist dat ze iemand zouden “uitleveren”. Daarbij moet een naam, adres en omschrijving van een familielid of bekende worden gegeven, zodat die kan worden ontvoerd, beroofd of vermoord.
President Castro beloofde “drastische maatregelen” te gaan nemen en meldde dat de minister van Veiligheid wordt vervangen. Afgelopen najaar werd in Honduras de noodtoestand uitgeroepen in de strijd tegen bendecriminaliteit, in het bijzonder afpersing door bendeleden.