In Jenin, op de bezette Westelijke Jordaanoever, waren vanochtend begrafenissen voor de twaalf Palestijnen die omkwamen tijdens de militaire operatie van het Israëlische leger afgelopen dagen. Hierbij overleed ook één Israëlische soldaat.
De lichamen werden naar de moskee gebracht voor een gebed, om vervolgens te worden begraven. Bij de begrafenismarsen waren veel mannen en jongens met Palestijnse vlaggen aanwezig.
Het Israëlisch leger zegt dat de militaire operatie in het vluchtelingenkamp in Jenin inmiddels is beëindigd. Volgens een woordvoerder van Defensie zijn alle militairen die in het kamp aanwezig waren inmiddels weg, meldt onder meer de Israëlische krant Haaretz.
Maandagochtend vielen honderden Israëlische militairen met onder meer bulldozers het kamp binnen. Volgens Israël was het doelwit van de inval een commandocentrum van militante strijders in het kamp. Ook zou het Israëlische leger een laboratorium hebben aangetroffen waar explosieven werden gemaakt.
Onder de inwoners van Jenin is grote verontwaardiging over de actie. Palestijnen in het vluchtelingenkamp zeggen dat zij zich verzetten tegen de bezetter van het gebied.
Door het geweld in het dichtbevolkte gebied vluchtten zo’n 3000 mensen uit hun huizen. Hoewel Israël stelde dat de inval nodig was, klonk er internationaal kritiek. Zo uitte Lynn Hastings, VN-hulpcoördinator in de Palestijnse gebieden, haar zorgen over de omvang van de operatie en over het uitvoeren van luchtaanvallen in een dichtbevolkt gebied.
