Premier Hun Sen van Cambodja, die al 38 jaar aan de macht is, treedt af en schuift zijn zoon naar voren als opvolger. Hij blijft nog wel actief als partijleider en parlementslid, maakte hij bekend in een televisietoespraak.
De machtsoverdracht moet binnen drie weken plaatsvinden. De zoon van de huidige premier, de 45-jarige Hun Manet, is nu nog de bevelhebber van het leger.
Zondag eiste de Cambodjaanse Volkspartij van de 70-jarige premier de winst op na parlementsverkiezingen. Westerse landen en mensenrechtenorganisaties spreken van een schijnverkiezing omdat de belangrijkste oppositiepartijen door de regering zijn verboden. Wel waren er internationale waarnemers uit Rusland en China aanwezig, bondgenoten van de Cambodjaanse premier.
Het lag al in de lijn der verwachting dat Hun zou aftreden: vlak voor de verkiezingen suggereerde hij dat zijn zoon hem ergens in zijn nieuwe vijfjarige termijn zou vervangen. Hun Sen is de langstzittende premier van Azië. Hij zou nu zijn zevende termijn ingaan.
Hun Sen was in de jaren 70 als soldaat en bataljonscommandant actief voor de Rode Khmer, het totalitaire regime van dictator Pol Pot. Onder zijn regime kwamen zo’n 2 miljoen Cambodjanen om het leven, destijds een kwart van de gehele bevolking. Bij de gevechten rond hoofdstad Phnom Penh raakte Hun gewond en werd hij permanent blind aan een oog.
Betrokkenheid bij de genocide ontkent Hun: hij zegt dat hij was gestopt met het opvolgen van bevelen. In 1977 vluchtte hij met zijn bataljon naar Vietnam, uit angst voor de interne zuiveringen die de Rode Khmer doorvoerde.
Daar hielp hij met het voorbereiden van een inval in zijn thuisland. Als een van de leiders van het Vietnamese rebellenleger vocht hij mee tegen de Rode Khmer. Na de val van Pol Pot werd Hun Sen in 1979 op 26-jarige leeftijd de jongste minister van Buitenlandse Zaken ter wereld.
Zes jaar later begon hij aan zijn eerste termijn als premier. In 1987 kwam hij internationaal onder een vergrootglas te liggen. Amnesty International beschuldigde zijn regering van het martelen van politieke tegenstanders met onder meer elektrische schokken.
In 1993 verloor hij de verkiezingen en werd hij gedwongen samen te werken met oppositieleider en prins Norodom Ranariddh. Aanvankelijk verliep dat redelijk, tot er spanningen ontstonden die in 1997 leidden tot een staatsgreep die Hun Sen aan de macht bracht. Ministers van de oppositiepartij werden standrechtelijk geëxecuteerd.