De Oostenrijkse veiligheidsdienst heeft vanochtend acht huiszoekingen uitgevoerd bij leden van de extreemrechtse beweging Bundesstaat Preussen, die de Republiek Oostenrijk ontkent. Ook zijn 36 mensen opgeroepen voor verhoor.
Leden van de beweging proberen het openbaar bestuur in Oostenrijk al geruime tijd lam te leggen. Zo dienen ze talloze documenten in bij verschillende autoriteiten, waarin ze de legitimiteit van staatsorganen aanvechten. Verschillende leden van de beweging worden verdacht van hoogverraad, bedreiging en dwang.
Bewegingen die zich afzetten tegen de staat vormen een grote bedreiging voor de waarden en vrijheden van de democratie, zegt de directeur van de Oostenrijkse inlichtingendienst. “Het grote aantal verdachten in deze zaak geeft aan dat deze scene serieus genomen moet worden.”
Anti-statelijke bewegingen hebben zich volgens de Oostenrijkse inlichtingendienst vooral ontwikkeld tijdens de coronapandemie. In heel Oostenrijk zouden er 41 verdachten in beeld zijn die lid zijn van zulke bewegingen en die een gevaar vormen voor de democratie.
Er zijn volgens de inlichtingendienst ook aanwijzingen dat Bundesstaat Preussen connecties heeft met de Duitse Reichsbürgerbewegung. Deze beweging erkent de Bondsrepubliek Duitsland niet en ziet het huidige Duitsland als bezet gebied. De huidige landsgrenzen zijn na de Tweede Wereldoorlog opgelegd door de geallieerden, vinden de leden.
Eind vorig jaar deed de Duitse politie invallen op meer dan honderd plekken in het land omdat de groep van plan zou zijn het Duitse parlement te bestormen. Zo’n 23.000 Duitsers zouden lid zijn van deze beweging.
