Het demissionaire kabinet houdt vol dat de extra wensen van de Tweede Kamer om de koopkracht volgend jaar te verbeteren niet helemaal in orde zijn. Ze overtreden begrotingsregels, de effecten zijn niet duidelijk en de financiering deugt niet.
Dat schrijven demissionair minister Sigrid Kaag (Financiën) en demissionair staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer.
Vorige week werd tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen, het debat over de kabinetsplannen voor volgend jaar, al duidelijk dat het demissionaire kabinet de wensen uit de Kamer niet ziet zitten. Dat was ondanks een meerderheid voor enkele plannen.
Het gaat onder meer om een verhoging van het minimumloon, lagere brandstofprijzen en een streep door duurdere kaartjes in het openbaar vervoer. In totaal wil de Kamer zo’n 4 miljard euro extra uittrekken.
De plannen van de Kamer zijn lastig uitvoerbaar of de financiering is niet op orde, schrijven de bewindslieden. Vaak ontbreekt ook duidelijke onderbouwing voor wie de maatregelen zijn bedoeld en wat het concrete doel is.
Kaag en Van Rij vragen de Tweede Kamer daarom om meer en betere onderbouwing van de extra plannen. Volgende week woensdag en donderdag wordt hier verder over gedebatteerd tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen.
Kamer neemt op valreep heft in eigen hand en verbouwt begroting voor miljarden