De training van Oekraïense gevechtspiloten in Nederlandse F-16’s kan “binnen enkele weken” beginnen. Dat zei demissionair defensieminister Kajsa Ollongren woensdag. De vliegtuigen worden voor die tijd overgebracht naar het nieuwe trainingscentrum in Roemenië. Nederland is een van de voortrekkers van de groep landen die Oekraïne aan F-16’s wil helpen. Het idee is dat het land zo beter tegen Rusland is opgewassen. Nederland wil een flink deel van zijn afgedankte F-16’s aan Oekraïne schenken. Maar eerst moeten Oekraïense piloten leren hoe ze die bedienen. Het optuigen van een trainingscentrum in Roemenië, een buurland van Oekraïne, verloopt volgens Ollongren voorspoedig. “Dat gaat heel goed”, zei ze na afloop van overleg met haar collega’s op het NAVO-hoofdkwartier in Brussel. “We hopen binnen enkele weken twaalf tot achttien vliegtuigen naar Roemenië over te brengen, wat betekent dat het centrum kan gaan draaien.” Nederland werkt nog aan extra hulp voor de Oekraïense luchtafweer, zei Ollongren. De luchtverdediging wordt cruciaal om de komende winter door te komen, hield de Oekraïense president Volodymyr Zelensky haar en de andere defensieministers voor. “Nederland zal de komende maanden in staat zijn om nog meer te doen”, stelde de minister. Wanneer Nederland de eerste straaljagers zal overdragen aan Oekraïne kon Ollongren nog niet zeggen. Eerder zei demissionair premier Mark Rutte dat dat gebeurt als de Oekraïners hun trainingen hebben afgerond. Het land kan er “in principe” op den duur 24 tegemoetzien van Nederland. Ons land heeft er nog 42 en de rest zou voor het opleiden van piloten worden gebruikt.