De presidenten van de buurlanden Guyana en Venezuela hebben elkaar op het Caribische eiland Saint Vincent gesproken over hun grensconflict dat ze naar eigen zeggen vreedzaam willen oplossen. President Nicolás Maduro van Venezuela en Mohamed Irfaan Ali van Guyana spraken elkaar twee uur lang en schudden elkaar de hand. Ze beklemtoonden dat het slepende conflict over de olierijke Guyanese regio Essequibo niet met geweld wordt opgelost.
Ze beloofden ook niet te dreigen met geweld. De kwestie moet overeenkomstig het internationale recht geregeld worden. De twee landen zijn het echter niet eens over welke juridische instelling over de kwestie zou moeten gaan. De twee hebben beloofd elkaar binnen drie maanden opnieuw te ontmoeten in Brazilië. De Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva maakt zich zorgen over de twist en heeft verklaard ‘geen oorlog’ te willen in Zuid-Amerika.
Het conflict gaat over het onlangs ontdekte gebied Essequibo. Dit veld (vier keer zo groot als Nederland) hoort officieel bij Guyana, een land waar amper iemand woont. Guyana telt nauwelijks 800.000 inwoners, maar is rijk aan olie, goud en mineralen. En juist die gewilde grondstoffen zorgen voor escalatie van de ‘burenruzie.’
Venezuela hield op 3 december een referendum over Essequibo. Volgens de regering werden er tien miljoen stemmen uitgebracht en was 95 procent van de stemmers voor inlijving van Essequibo bij Venezuela. Maduro zei dat hij alvast contracten voor exploratie van olievelden ging aanbieden.
