Een grote demonstratie in de Albanese hoofdstad Tirana gisteravond is uitgelopen op confrontaties tussen betogers en de oproerpolitie. Duizenden mensen waren de straat op gegaan om te protesteren tegen de regering van premier Rama. Die betichten ze van corruptie en nepotisme.Demonstranten gooiden met stenen en brandbommen naar de politie en bekogelden het regeringsgebouw in het centrum van Tirana met molotovcocktails. Het is niet duidelijk of er mensen gewond zijn geraakt. Ook is onbekend of er betogers zijn opgepakt.
Het protest was niet toevallig gisteravond: op 20 februari 1991 werd in Tirana het standbeeld van Enver Hoxha omver gehaald, de stalinistische dictator die het land decennialang met ijzeren vuist heeft geregeerd. En sinds oktober wordt er in het parlement gesteggeld over het instellen van onderzoekscommissies die zich moeten buigen over mogelijke gevallen van corruptie binnen de huidige regering.
De demonstranten noemen de regering van Rama “erger dan het regime van Hoxha”. Oppositieleider en oud-premier Berisha, die thuis in voorarrest zit, sprak de menigte toe via een videoverbinding op grote schermen. “Edi Rama heeft net als die andere dictator alle macht naar zich toe getrokken en wil een Albanië zonder oppositie”, zei Berisha, verwijzend naar Hoxha.
Berisha zit vast omdat hij ervan wordt verdacht dat hij tijdens zijn premierschap tussen 2005 en 2013 zijn schoonzoon heeft bevoordeeld bij corrupte vastgoeddeals. Berisha verwijt Rama dat hij de deur naar de Europese Unie in het slot heeft gegooid.
Albanië is sinds 2014 kandidaat-lid van de EU. Voordat de onderhandelingen over toetreding kunnen beginnen, moet het land wat Brussel betreft ingrijpende bestuurlijke en justitiële hervormingen doorvoeren en de strijd tegen de georganiseerde misdaad opvoeren. In het land heerst veel werkloosheid, waardoor jaarlijks tienduizenden mensen vertrekken, vooral naar het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.