De man die ervan verdacht wordt de Slowaakse premier Robert Fico te hebben neergeschoten, handelde volgens de autoriteiten alleen. De verdachte had geen extremistische politieke opvattingen, zei minister van Binnenlandse Zaken Matús Sutaj-Estok. De man werd gearresteerd voor poging tot moord.
Volgens Sutaj-Estok gaf de 71-jarige verdachte zelf toe dat hij Fico had neergeschoten omdat hij ontevreden was over zijn beleid. Hij zou ook hebben deelgenomen aan demonstraties tegen de regering, zei de minister van Binnenlandse Zaken donderdag op een persconferentie na een overleg van de Slowaakse Veiligheidsraad.
De verdachte zou met name gemotiveerd zijn door de afschaffing van een speciaal openbaar ministerie voor corruptie, de vermindering van de hulp aan Oekraïne en hervormingen op het gebied van de publieke omroep. Deze maatregelen zijn zowel in Slowakije als daarbuiten bekritiseerd omdat ze de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht zouden ondermijnen.
Fico werd woensdag van dichtbij neergeschoten en door vier kogels getroffen. Hij zou in zijn maagstreek en in zijn arm zijn geraakt. Vicepremier en minister van Defensie Robert Kalinák zei dat zijn toestand nog altijd ernstig is. De premier is wel buiten levensgevaar. Zijn herstel zal moeilijk zijn en tijd kosten.