Papoea-Nieuw-Guinea schat dat meer dan tweeduizend mensen zijn bedolven door de aardverschuiving die het land vorige week trof. Het land meldt dat aantal in een brief aan de Verenigde Naties, waarin het spreekt van een “enorme verwoesting”.
De aardverschuiving verwoestte vrijdag het afgelegen dorp Kaokalam, zo’n 600 kilometer ten noorden van hoofdstad Port Moresby. Al snel vreesden lokale media en hulporganisaties voor honderden doden en duizenden vernielde huizen.
In een brief aan de VN vreest het nationaal rampencentrum van Papoea-Nieuw-Guinea nu voor meer dan tweeduizend doden. Naast de doden en verwoestingen had de aardverschuiving “enorme impact” op het hart van de economie, schrijft het centrum in de brief.
Reddingswerkers zijn naar het moeilijk begaanbare gebied gegaan om overlevenden te zoeken, maar de omstandigheden zijn zwaar. Mensen graven met hun handen in het puin. Voor zover bekend zijn er pas vier lichamen geborgen.
Papoea-Nieuw-Guinea vormt samen met de Indonesische provincie Papoea een eiland in Oceanië, tientallen kilometers boven Australië. Het land bestaat voor het grootste gedeelte uit regenwouden en heeft iets meer dan tien miljoen inwoners.