Het Constitutioneel Hof (CHof), onder leiding van voorzitter Gloria Stirling, zal op 2 augustus uitspraak doen over het verzoekschrift ‘waarborgsom’ van de politieke partijen DA’91, De Nieuwe Wind en De Nieuwe Leeuw. Advocaat Iris Nazir, die het verzoekschrift heeft ingediend met ondersteuning van de drie politieke partijen, zegt aan Times of Suriname dat de politieke partijen wachten op de uitspraak.
Zelf is Nazir positief ingesteld. Zij geeft aan vooraf een afweging te hebben gemaakt, nog voordat zij het verzoekschrift had ingediend. De advocaat ontving de uitnodiging voor de uitspraak over het verzoekschrift waarborgsom vrijdag, welk zij met de politieke partijen heeft gedeeld.
DA’91, De Nieuwe Wind en De Nieuwe Leeuw vragen in het verzoekschrift, dat zij op 14 maart indienden bij het CHof, de toetsing van de rechtmatigheid van de wettelijk vereiste waarborgsom. De partijen zijn niet eens met de hoogte van de waarborgsom van SRD 750 duizend, om deel te kunnen nemen aan de verkiezingen. Voorheen was het bedrag nog gesteld op SRD 96.250. Er wordt kortom gevraagd om artikel 31 lid 6 van de Wet van 31 mei 2024, houdende nadere wijziging van de Kiesregeling (S.B. 1987 no. 62, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2023 no. 158) te toetsen op strijdigheid met de artikelen 1, 6, 8, 45, 52 en 53 van de Grondwet, artikelen 16 en 23 van het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 25 van het Verdrag inzake Burger en Politieke Rechten.
Gedurende de behandeling van het verzoekschrift bij het CHof moesten de politieke partijen DA’91, De Nieuwe Wind en De Nieuwe Leeuw het verzoekschrift aanvullen. Het gaat om een aanvulling omtrent de vermelding van een lid van het wetsartikel uit de Kiesregeling. Nazir geeft aan dat het artikel 31 lid 6 van de Wet van 31 mei 2024 moet zijn, houdende nadere wijziging van de Kiesregeling. In eerste instantie was in het verzoekschrift artikel 31 lid 7 Kiesregeling vermeld. Door de wijziging van de Kiesregeling is het een ander lid geworden en dateert de wijziging van de wet van 31 mei 2024. Daardoor was de aanvulling noodzakelijk in het verzoekschrift om het juiste lid van het wetsartikel te laten toetsen door het CHof.