Paleontologen hebben afgelopen week een enorme dinosaurusschedel opgegraven in Alberta, in het westen van Canada. Het kostte bijna een jaar om de 272 kilo zware schedel van een pachyrhinosaurus uit te graven. Hij heeft als bijnaam ‘Big Sam’.
De schedel is een jaar geleden gevonden door een team van het Philip J. Currie Dinosaurus Museum, bij Grande Prairie in Alberta. Dat gebied is zeer populair bij paleontologen omdat er een van de grootste beenderlagen in Noord-Amerika ligt, vol met fossielen van dinosaurussen.
Big Sam is de tweede en grootste schedel die in het gebied is gevonden. De onderzoekers vermoeden dat het gaat om het oudste dier uit de kudde, want de omgeving is bezaaid met kleinere skeletten van pachyrhinosaurussen.
Deze plantetende dino wordt vaak gezien als een oudere neef van de triceratops, volgens doctor Emily Bamforth, een paleontoloog van het museum. Tegen de BBC zegt ze: “Hun unieke kenmerk is dat ze geen hoorn op hun neus hadden zoals een triceratops, maar een grote harde botuitstulping, wat we een ‘boss’ noemen. Ze hebben ook zulke uitstulpingen boven hun ogen.”
De enorme schedel is ook op een unieke manier bewaard gebleven, doordat de dino ondersteboven lag. Daardoor zijn volgens Bamforth de hersenkamer en het gehemelte in zeer goede staat. Big Sam kan daarmee nieuwe inzichten geven in hoe de pachyrhinosaurus leefde.
De opgraving duurde zo lang omdat de schedels omringd was door ongeveer driehonderd andere dinobotten. Het team smeerde eerst gips over de schedel om hem te beschermen. Daarna stabiliseerden ze het fossiel met houten planken zodat ze eromheen konden graven.
Het omkeren van de schedel gebeurde pas op het allerlaatst, toen ze hem op een trolley tilden met een hijskraan. Daarna is de schedel naar het het museum vervoerd.
