Haïtiaanse bendes voeren aanvallen op in gebieden die ze nog niet onder controle hebben, waarschuwde het hoofd van het Integrated Office in Haïti (BINUH) van de Verenigde Naties dinsdag, na dagen van hernieuwd geweld door een alliantie van gewapende bendes in het Caribische land.
“De situatie in Haïti is helaas verslechterd”, zei Maria Isabel Salvador in een briefing aan de Veiligheidsraad van de VN, die meer dan een jaar geleden de inzet van een internationale veiligheidsmacht bekrachtigde om de politie te helpen de orde te herstellen.
Slechts een fractie van de ruim 3.000 troepen die door een handvol landen zijn toegezegd, zijn tot nu toe gearriveerd. De financiering is ook achtergebleven en een alliantie van goed uitgeruste gewapende bendes, bekend als Viv Ansanm, heeft zich uitgebreid over de hoofdstad en omliggende regio’s.
Salvador wees op de toenemende aanvallen in de afgelopen week rond de hoofdstad, de voorsteden, de landbouwregio en de stad die bekendstaat om de creatie van de Haïtiaanse vlag, waar inwoners langdurig worden belegerd en smeken om meer veiligheidsversterkingen.
De verspreiding van geweld vanaf land en zee, zei ze, “verspreidt terreur en angst, en overweldigt het nationale veiligheidsapparaat.” De internationale missie, voegde ze toe, blijft “ernstig onderbezet, wat de inzet kan beïnvloeden en haar kan belemmeren haar taken uit te voeren” ter ondersteuning van de nationale politie.
Ze waarschuwde ook voor toenemende spanningen tussen de twee uitvoerende machten van het land, respectievelijk geleid door de premier en de presidentiële raad, die het publieke vertrouwen in de regering verder ondermijnen.
Meer dan 4.200 mensen zijn sinds vorige donderdag hun huizen ontvlucht bij nieuwe aanvallen rond de hoofdstad, volgens schattingen van de VN, waarvan de meesten hun toevlucht hebben gezocht in geïmproviseerde kampen in scholen, kerken en gezondheidscentra.
De nationale politie heeft gezegd dat ze wordt ingezet in sommige gebieden waar de gevechten deze week zijn geïntensiveerd, terwijl premier Garry Conille maandag zei dat hij onmiddellijk honderden politieagenten en soldaten had teruggeroepen van VIP-beschermingsbrieven, zodat ze naar gevechtszones konden worden gestuurd.
Het conflict heeft ongeveer 700.000 mensen uit hun huizen verdreven en de voedselvoorraden van het land getroffen, waar naar schatting meer dan 5 miljoen mensen honger lijden en duizenden te maken hebben met hongersnood.
