Iran heeft “het recht en de verplichting zich tegen agressieve daden te verdedigen”. Dat zegt het Iraanse buitenlandsministerie zaterdag in een reactie op de wraakaanval van Israël op het land. Maar Iran wil naar eigen zeggen ook bijdragen aan “regionale vrede en veiligheid”.
Israël voerde in de nacht van vrijdag op zaterdag aanvallen uit op Iran. Dat was een vergelding voor de tweehonderd ballistische raketten die Iran op 1 oktober op Israël afvuurde. De Israëlische defensieminister Yoav Gallant zei toen dat Iran “een hoge prijs” zou betalen daarvoor.
Volgens Israël heeft het leger wapenfabrieken in Iran aangevallen waar raketten worden gemaakt. Daarnaast zijn aanvallen uitgevoerd op Iraans luchtafweergeschut. Daarbij zijn twee Iraanse militairen omgekomen, meldde het Iraanse leger via het staatspersbureau TASNIM. Iran zegt dat de Israëlische aanvallen succesvol zijn onderschept en er slechts sprake is van “beperkte schade”.
Het Iraanse buitenlandministerie noemt de aanvallen “een schending van het internationaal recht en het handvest van de Verenigde Naties”. “Iran benadrukt dat alle mogelijkheden, zowel materieel als spiritueel, ingezet moeten worden om de veiligheid van het Iraanse volk te verdedigen. Ook is het land zich bewust van zijn verantwoordelijkheid in het behouden van regionale vrede en veiligheid.”
Onder meer de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben Iran opgeroepen niet met geweld op de aanval van Israël te reageren. Zij beschouwen de Israëlische vergeldingsaanval als een zelfverdedigingsactie. The Wall Street Journal schrijft dat Israël zowel Iran als de VS van de aanval op de hoogte stelde voordat die plaatsvond. De Amerikanen benadrukken niet betrokken te zijn geweest bij de aanvallen van afgelopen nacht.