In het district Wanica is een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling van de Surinaamse landbouwsector. President Chandrikapersad Santokhi heeft vandaag, samen met minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), officieel het startsein gegeven voor de Farmer Field School (FFS) op het terrein van agrariër Sjaam Orie. De opening vond plaats tegen de vrolijke achtergrond van peuterschool ‘De Kaboutertjes’, die het Surinaams volkslied ten gehore brachten.
De Farmer Field School, onderdeel van het Inter-American Development Bank-project Agricultural Competitiveness Program (SU-L 1020), richt zich op het trainen van landbouwers, met een specifieke focus op de teelt van markoesa. In verschillende districten, waaronder Coronie waar vorige week de eerste sessie werd georganiseerd, krijgen zowel ervaren als potentiële landbouwers de kans om kennis en vaardigheden bij te spijkeren met behulp van deskundigen van het LVV-directoraat Landbouwkundig Onderzoek, Afzet en Verwerking (DLOAV).
Minister Sewdien sprak tijdens de opening zijn enthousiasme uit over de potentie van de markoesa-industrie in Suriname. “Dit product heeft enorm veel potentieel, met aantrekkelijke prijzen op zowel de lokale als internationale markten. We willen dat agrariërs massaal markoesa gaan planten om van deze sector een bloeiende industrie te maken,” aldus de minister.
President Santokhi steunde deze boodschap en verzekerde toekomstige markoesatelers dat er voldoende afzetmarkten beschikbaar zullen zijn. “Deze regering werkt aan het openen van grenzen, vooral naar het Caraïbisch gebied,” zei hij tijdens zijn toespraak. Hij benadrukte het belang van zowel de productie van markoesa als de verwerking ervan tot waardevolle eindproducten, aangezien daar de meeste winst te behalen valt.
Een cruciaal onderdeel van het project is de recente schenking van een markoesaverwerkingsmachine door India, die tot 2 ton fruit per uur kan verwerken. Deze aanwinst garandeert een afzet voor alle markoesatelers en maakt de onderneming aantrekkelijker. “Het wordt een zeer rendabele onderneming,” aldus president Santokhi. Hij moedigde lokale boeren aan om gebruik te maken van de mogelijkheden die het project biedt, met steun van agrariër Sjaam Orie.
Sjaam Orie, die zijn perceel beschikbaar heeft gesteld voor het trainingscentrum, deelde zijn enthousiasme over het initiatief: “Dit is altijd mijn droom geweest. Mijn ouders hebben jaren markoesa geteeld, en ik ben ermee opgegroeid. Ik ben er heel blij mee dat we deze kans krijgen en hoop dat iedereen er gebruik van zal maken om de markoesaproductie naar nieuwe hoogten te stuwen.” Ter waardering voor zijn bijdragen ontving Orie van minister Sewdien enkele landbouwwerktuigen.
Met de lancering van de Farmer Field School in Wanica, is er een hoopvolle toekomst voor de markoesa-industrie in Suriname in het verschiet. Het initiatief biedt niet alleen training en expertise, maar ook kansen voor economische groei en ontwikkeling in de agrarische sector.