De samenwerkende partijen Alternatief 2020 (A20), Democratie en Ontwikkeling in Eenheid (DOE) en Partij voor Recht en Ontwikkeling (PRO) hebben tijdens afzonderlijke vergaderingen unanieme steun gekregen van hun structuren om toe te treden tot de nieuwe regeringscoalitie. De samenwerking met de NDP, NPS, ABOP, PL en BEP voor de vorming van een nieuwe regering wordt vanavond getekend.
Tijdens een buitengewone structurenvergadering gaf DOE haar partijbestuur onder leiding van Steven Alfaisi het mandaat om de coalitieonderhandelingen voort te zetten. Ook werd met brede instemming ingestemd met de voordracht van Andrew Baasaron als kandidaat-minister voor het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie. Zijn benoeming wordt gedragen door een positief advies van de Commissie van Ethiek en Integriteit.
Bij de algemene vergadering van PRO zaterdag werd eveneens ingestemd met deelname aan de coalitie. Partijvoorzitter Gerold Sewcharan kreeg het vertrouwen van de leden om de onderhandelingen voort te zetten namens A20. Hoewel PRO oorspronkelijk voorkeur had voor het ministerie van Justitie en Politie, werd onderstreept dat niet deelnemen aan regeringsverantwoordelijkheid “geen optie” is. De leden benadrukten dat de nieuwe regering integriteit en de bestrijding van corruptie – ook in oude zaken – voorop moet stellen. Het partijbestuur heeft opdracht gekregen zich daar krachtig voor in te zetten.
Het partijcongres van A20 heeft ook unaniem ingestemd met deelname aan de nieuwe regeringscoalitie, op basis van de eerder ondertekende intentieverklaring met NDP, NPS, ABOP, PL en BEP. Ook het concept-regeerprogramma kreeg brede goedkeuring.
A20-voorzitter Steven Reyme, die bij de verkiezingen de meeste stemmen heeft vergaard op de lijst, zal namens A20 zitting nemen in De Nationale Assemblee. De combinatie A20/DOE/PRO krijgt het ministerie van Economische Zaken, maar A20 benadrukt dat haar inzet breder is en gericht op structurele verandering in meerdere sectoren.
De partij stelt dat haar deelname is ingegeven door de roeping om bij te dragen aan een rechtvaardiger Suriname – en onderstreept: “Wat wij beloofd hebben, gaan wij doen.”
