Op 1 juli 1863 schafte het Koninkrijk der Nederlanden met de Emancipatiewet de slavernij af in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Er kwamen op dat moment ruim 45.000 oorspronkelijk Afrikaanse slaven vrij, van wie 34.441 slaven in Suriname. De slavenhouders werden voor elke slaaf met 300 gulden schadeloos gesteld, maar de vrijgemaakte mensen kregen zelf niets en werden in Suriname nog tien jaar verplicht op contractbasis het werk te blijven doen soms onder dezelfde erbarmelijke omstandigheden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd 1 juli 1863 reeds openlijk gevierd in Suriname – tachtig jaar na dato. Op 1 juli 1955, onder premier Ferrier, werd ‘Ketikoti’ een officiële Surinaamse feestdag (vrije dag). Formeel heet deze dag Dag der Vrijheden. Informeel wordt de feestdag ook wel Kettingsnijden genoemd.
Ter gelegenheid van honderd jaar afschaffing slavernij werd op 1 juli 1963 in Paramaribo het Kwakoe-standbeeld onthuld. Het beeld stelt een weggelopen en weer gevangengenomen slaaf voor, die het symbool werd voor de drang naar vrijheid. Bij de Ghanese Akan, de voorouders van veel slaven, is het gebruikelijk dat kinderen de Akan-voornaam dragen van de dag waarop ze geboren worden, zoals Kwasi voor een kind dat op zondag ter wereld kwam. Met name mannelijke nakomelingen die op woensdag werden geboren kregen de naam Kwakoe. Omdat 1 juli 1863 op een woensdag viel, heeft het beeld de naam Kwakoe gekregen.
Ketikoti is een feest voor alle inwoners, niet alleen voor de nazaten van de slaven. Ook in Nederland wordt sinds de millenniumwisseling Ketikoti in verscheidene steden gevierd, met name door Afro-Surinamers en Afro-Antillianen. Sinds 2009 wordt in het Oosterpark in Amsterdam een (landelijke) herdenking van de slavernij en viering van het einde van de slavernij georganiseerd. In dit park staat sinds 1 juli 2002 het Nationaal monument slavernijverleden.In 2013 kreeg ook Rotterdam een Slavernijmonument. Het is geplaatst in het Lloydkwartier aan de oever van de Nieuwe Maas, op de plek waar ooit veel slavenhandelaren met hun schip vertrokken richting Afrika. Meerdere steden zijn ondertussen hierin gevolgd. Op 1 juli 2021 bood de Amsterdamse burgemeester Halsema officiële excuses aan “voor de belangrijke rol die deze stad en haar bestuurders hadden in de handel in mensen”.