Sinds bijna een week zijn verschillende Franse steden het toneel van rellen, plunderingen en vernielingen. Vannacht werden er volgens het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken 157 aanhoudingen verricht. Een stuk minder dan het aantal arrestaties in de nachten ervoor.
Vorige week dinsdag werd de 17-jarige Nahel bij een politiecontrole doodgeschoten door een politieagent. De dood van de jongen leidde tot massale protesten en ongeregeldheden in het hele land. Op het hoogtepunt van de rellen arresteerde de politie in één nacht bijna duizend mensen.
De kern van het probleem zit volgens Luuk Slooter, universitair docent conflictstudies aan de Universiteit Utrecht, in een verstoorde relatie tussen de politie en jongeren uit de voorstedelijke wijken. Slooter deed jarenlang onderzoek naar geweld in Franse voorsteden en woonde daar zelf ook een tijd.
“Beide partijen worden bevestigd in hun stereotype. De politie zegt: ‘Zie je wel, die jongeren zijn tuig, steken alles in de fik en slaan de boel kort en klein’ en de jongeren zeggen op hun beurt dat de politie discrimineert. Ze zien dat ook bevestigd door de dood van de 17-jarige jongen”, zegt Slooter in het NOS Radio 1 Journaal.
Volgens Slooter is er in het dagelijks leven sprake van een kat-en-muisspel tussen jongeren en politie. “Ze dagen elkaar uit, jongeren vinden het leuk om de politie uit de tent te lokken, uit te schelden en achtervolgingen aan te wakkeren.”
Tegelijkertijd wijzen onderzoeken uit dat de politie etnisch profileert en racistisch gedrag vertoont, stelt Slooter. “Het is een spiraal waar beide partijen in zijn gekomen en waar ze maar moeilijk uit kunnen breken.”
“Het lijkt erop dat de energie bij de demonstranten en de relschoppers er een beetje uitgaat. Het was bijzonder rustig vannacht.
President Macron hield een overleg met de ministers, maar dat was vooral om eenheid uit te stralen in de aanpak van de situatie. Er is verder geen officiële verklaring gekomen en er zijn geen nieuwe maatregelen aangekondigd.