De studente biomedische wetenschappen, die zwanger was van de getrouwde verdachte, verdween in februari van dat jaar. De Surinaamse jonge vrouw woonde destijds in bij het gezin van de verdachte om te kunnen studeren in Amsterdam.
Volgens B. was het zelfverdediging, omdat het slachtoffer in een ruzie over geld met een mes op hem af zou zijn gekomen. Hij zou naar eigen zeggen het mes, terwijl zij het nog vasthield, naar haar hebben gekeerd en haar „een aantal keer” hebben geraakt.
Hier gelooft het OM niks van. Zo blijkt uit onderzoek dat de jonge vrouw zeker zes keer is gestoken, met zo’n kracht dat er zelfs een rib was gebroken. In afgeluisterde gesprekken zei B. ook nog eens dat hij haar „gewoon heeft vermoord” en sprak hij geen woord over zelfverdediging, aldus het OM. In het huis waren spanningen omdat Bansi voor de tweede keer zwanger was van B. en geen abortus wilde plegen. Dat deed ze bij de eerste zwangerschap wel onder druk.
B. kreeg van de rechtbank eerder vijftien jaar cel opgelegd voor doodslag na eenzelfde eis van het OM, hij ontkende toen nog betrokkenheid bij haar dood. Na zijn veroordeling veranderde hij zijn verhaal en wees hij de politie de plek aan waar haar lichaam al die tijd begraven had gelegen: een industrieterrein in Hoorn. In september vorig jaar werden haar overblijfselen hier gevonden.
Uit onderzoek is gebleken dat de man in de periode voorafgaand aan de dood van Bansi en zelfs kort voor de fatale nacht op de plek is geweest waar uiteindelijk haar lichaam door hem is begraven. Dat zou kunnen duiden op voorbedachten rade, en dus moord, maar het OM ziet hier onvoldoende bewijs voor. Wel „roept het vragen op”, aldus de advocaat-generaal.