De gewezen minister van Financiën, Gilmore Hoefdraad, mocht zich laten vertegenwoordigen in zijn verdediging tijdens de behandeling van zijn strafzaak. Raadsman Murwin Dubois en jurist Milton Castelen hadden het Constitutioneel Hof gevraagd om een uitspraak te doen over de afwezigheid van de verdachte tijdens de behandeling van zijn zaak bij de rechter, maar die wel werd vertegenwoordigd door zijn raadsman. Het Constitutioneel Hof werd ook gevraagd naar een uitspraak op de vraag als het tweemaal in staat van beschuldiging stellen van Hoefdraad wel of niet discriminatoir is.
De verschijningsplicht is, naar het oordeel van het Hof, niet verenigbaar met bepalingen in de Grondwet, het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) en het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens (AVRM).