Evo Morales, de voormalige president van Bolivia, wil over twee jaar opnieuw een gooi doen naar het presidentschap. In een verklaring zegt hij zich “hiertoe gedwongen” te voelen door “aanvallen van de regering” tegen hem.
Bolivia wordt sinds 2020 geregeerd door Luis Arce, een partijgenoot en oud-minister van Morales. Hij kwam aan de macht na een onrustige periode, die begon toen Morales in 2019 aftrad na beschuldigingen van verkiezingsfraude.
De socialist Morales was toen al veertien jaar president van het Zuid-Amerikaanse land. Er braken felle protesten uit en de Organisatie van Amerikaanse Staten verklaarde de uitslag ongeldig. Ook het leger keerde zich tegen hem.
Morales vluchtte naar Mexico en later naar Argentinië. Intussen wierp de conservatief Jeanine Áñez zich op als leider van een overgangsregering. Aanhangers van Morales spraken van een staatsgreep.
Bij de daaropvolgende verkiezingen werd Arce gekozen tot president. Áñez werd opgepakt en veroordeeld wegens het plegen van een staatsgreep. Zij zit een celstraf uit van tien jaar. Een rechtbank oordeelde dat ze de grondwet had geschonden.
Na de overwinning van partijgenoot Arce kon Morales weer terugkeren naar Bolivia, maar de twee zijn uit elkaar gegroeid. Morales zegt op Facebook dat Arce hem uit de weg wil ruimen.