Zes Nederlandse hulporganisaties en demissionair premier Rutte spreken elkaar vanmiddag over honger in Gaza. Onder meer Save the Children en Oxfam Novib slaan opnieuw alarm over de humanitaire noodtoestand.
“Het is gewoon code rood, vuurrood, vlammend rood,” zegt Save the Children-directeur Pim Kraan. Hij wil dat Nederland zich harder gaat opstellen tegenover Israël. Ook moet onmiddellijke en volledige toegang worden geëist voor humanitaire hulp over land en garanties voor de veiligheid van hulpverleners in het gebied. Het Internationaal Gerechtshof oordeelde vrijdag al dat Israël maatregelen moet nemen om verdere hongersnood in de Gazastrook te voorkomen.
Volgens de Palestijnen zijn tot nu toe ruim 33.000 mensen omgekomen in Gaza, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen Hamasstrijders en burgers. Afgelopen weekend werden zeven medewerkers van World Central Kitchen gedood bij een luchtaanval, nadat ze hulpgoederen hadden afgeleverd bij een opslagplaats. “Een verschrikkelijk ongeluk”, zo noemde Nethanyahu de beschieting. WCK bestrijdt dat. “Ondanks afstemming met het Israëlische leger is het konvooi geraakt”, zegt de hulporganisatie.
Drie weken geleden concludeerde VN-voedselwaakhond IPC al dat in Noord-Gaza het ergste stadium van hongersnood dreigt. Daar had 55 procent van de Palestijnen vorige maand te maken met ‘catastrofale’ honger. In de rest van Gaza was dat ongeveer 30 procent.Noord-Gaza kreeg afgelopen week maar 12 procent van het benodigde voedsel binnen, blijkt uit de laatste UNRWA-cijfers. Dagelijks komen er zo’n 65 trucks Gaza binnen, terwijl er minimaal zo’n 265 trucks per dag nodig zijn, volgens de VN-hulporganisatie.
Honderden vrachtwagens met hulpgoederen en voeding wachten aan de grens. Israël kondigde vorige maand aan geen trucks meer door te laten naar het noorden van Gaza; bij de Verenigde Naties heeft het land een voorstel ingediend om UNRWA volledig te ontmantelen. Eind januari beschuldigde Israël UNRWA-medewerkers van betrokkenheid bij de terroristische aanval van Hamas op 7 oktober. Naar aanleiding van die beschuldigingen trokken zestien landen de financiering aan de VN-vluchtelingenorganisatie in, waaronder Nederland.
De VN-organisatie voor ontwikkelingssamenwerking heeft de Franse oud-minister Colonna aangesteld om de zaak te onderzoeken. Zij presenteerde 21 maart tussenconclusies van haar onderzoek, waarin ze stelt dat er weliswaar ruimte voor verbetering mogelijk is, maar dat er genoeg mechanismes binnen de organisatie zijn om de neutraliteit van UNRWA te waarborgen.
Sindsdien hebben zeven landen de financiering weer hervat. Nederland wil het eindrapport van Colonna afwachten. Dat verschijnt 20 april.Overigens heeft Nederland de 19 miljoen euro voor dit jaar al overgemaakt, net als een extra bedrag van 10 miljoen euro in 2023. Het terugdraaien van de financiering is eigenlijk meer een “politiek signaal” geweest, volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken. Maar volgens UNRWA heeft de stellingname van Nederland wel effect gehad; nadat Nederland als vijfde land de financiering introk, volgden nog elf andere landen.