Oekraïners die huis en haard hebben verlaten om aan de oorlog met Rusland te ontkomen, worden in Europa beter behandeld dan andere oorlogsvluchtelingen. De Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie spreekt van “aanzienlijke verschillen”.
Dat staat in het laatste jaarverslag van de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI).
Europa heeft “bewonderenswaardige inspanningen” geleverd om Oekraïense vluchtelingen te steunen sinds het begin van de oorlog in 2022, stelt het rapport. Dat was anders bij oorlogsvluchtelingen uit andere landen, blijkt uit bijvoorbeeld de kwaliteit van de opvangcentra. Er is volgens ECRI sprake van “aanzienlijke verschillen”.
Maar ook de behandeling van mensen uit Oekraïne verschilt. Zo zijn de huisvestingsvoorwaarden voor Roma met het Oekraïens staatsburgerschap slechter dan de voorwaarden voor andere Oekraïners.
Het is duidelijk dat de integratie makkelijker verloopt “als mensen ongeveer zijn zoals jij”, zegt ECRI-voorzitter Bertil Cottier. Oekraïners zijn “cultureel gezien Europeanen” en vinden makkelijker hun weg, maar worden ook makkelijker geaccepteerd.
Volgens verdragen van de Raad van Europa moeten alle oorlogsvluchtelingen bescherming en steun krijgen, ongeacht hun nationaliteit, godsdienst en huidskleur.