Russische offensieven in het noordoosten en oosten van Oekraïne maken mondjesmaat vorderingen. In de lente leken ze nog een enorme gevaar en dat lijkt voorlopig afgewend. Intussen maakt Oekraïne het de Russen flink lastig op de Krim.
Een Russisch offensief rond Kharkiv, dat op 10 mei begon, lijkt geleidelijk vast te lopen. Aanvankelijk maakten de Russen snelle vorderingen over terrein waar de Oekraïense verdediging ernstig tekortschoot. “Er was niet eens een eerste verdedigingslinie. We zagen de Russen gewoon naar binnenlopen”, zei een Oekraïense commandant tegen de BBC. Haastig werden ervaren eenheden uit het oosten van het land verplaatst. Daardoor werd voorkomen dat de tweede grootste stad van Oekraïne binnen bereik van de Russische artillerie kwam.
De frontlinie in het noordoosten loopt nu door het stadje Vovchansk, op enkele kilometers van de grens. Het stadje is inmiddels grotendeels weggevaagd. Rusland maakt daar vooral gebruik van relatief kleinschalige aanvallen door voetsoldaten. Een ‘gehaktmolen-strategie’ die vergelijkbaar is met de strijd om Bakhmut.
Het Britse ministerie van Defensie meldde dat de Russische verliezen in de maand mei gemiddeld 1.200 militairen per dag bedroegen, het grootste aantal sinds het begin van de oorlog. Moskou kan die verliezen aanvullen, maar dat gaat ten koste van de kwaliteit van de troepen. Vervangers zijn doorgaans onervaren, matig getraind en slecht uitgerust.
Het lijkt er niet op dat de Russen in het noordoosten genoeg capaciteit hebben voor een serieuze poging om de grote stad Kharkiv in te nemen. De meeste analisten denken dan ook niet dat dit het hoofddoel is van dat offensief. Volgens hen wil Rusland Oekraïne vooral dwingen ervaren troepen te verplaatsen van het front in het oostelijke Donetsbekken, waar betere mogelijkheden zijn voor Russische terreinwinst.