De directeur van de geheime dienst, Kimberly Cheatle, heeft dinsdag (23 juli) ontslag genomen nadat het bureau er niet in was geslaagd een moordaanslag op Donald Trump te voorkomen. Zowel Republikeinse als Democratische wetgevers riepen op tot haar aftreden.
De geheime dienst verkeert in een crisis nadat een schutter op Trump schoot vanaf een dak met uitzicht op zijn openluchtbijeenkomst in Butler, Pennsylvania, op 13 juli. Een kogel schampte zijn rechteroor. Eén persoon werd gedood en twee anderen raakten gewond.
De 20-jarige schutter, Thomas Matthew Crooks, gewapend met een AR-stijl geweer, werd ter plaatse doodgeschoten door een sluipschutter van de geheime dienst.
In een e-mail aan medewerkers van de geheime dienst op dinsdag schreef Cheatle dat “in het licht van de recente gebeurtenissen, het met pijn in het hart is dat ik de moeilijke beslissing heb genomen om af te treden als uw directeur”.
President Biden bedankte haar dinsdag in een verklaring voor het beantwoorden van zijn oproep om het bureau te leiden.
Cheatle bekleedde een topbeveiligingsfunctie bij PepsiCo toen Biden haar in 2022 tot directeur van de geheime dienst benoemde. Ze diende eerder 27 jaar in het bureau en beschermde Dick Cheney en Biden toen ze vice-presidenten waren.
Het falen van de beveiliging dat leidde tot de moordaanslag op Trump maakte haar positie echter onhoudbaar.
Wetgevers en ambtenaren vroegen waarom het gebouw van waaruit de schutter schoot, werd uitgesloten van de veiligheidsperimeter van de geheime dienst. Ze vroegen ook waarom Trump het podium mocht betreden toen beveiligingsagenten op zoek waren naar een verdacht persoon.
Cheatle maakte de wetgevers boos door geen specifieke antwoorden op hun vragen te geven.
Dinsdag kondigden spreker Mike Johnson en vertegenwoordiger Hakeem Jeffries, de leider van de minderheid, een deal aan om een tweeledige taskforce te vormen om het congresonderzoek naar de moordaanslag te leiden.
