De Europese Centrale Bank verlaagt haar belangrijkste rentetarief. Het is de tweede keer in vijf jaar dat de belangrijkste Europese rente daalt. Dat werkt door in rentes voor leningen en spaartegoeden van huishoudens en bedrijven.
De Europese Centrale Bank (ECB) verlaagt de rente donderdag naar 3,5 procent. In juni verlaagde de bank de rente voor het eerst in jaren. Toen ging het belangrijkste rentetarief terug naar 3,75 procent.
Dat zijn nog geen radicale verlagingen, zegt ING-econoom Bert Colijn. “Om de zes weken wordt er vergaderd bij de ECB. Dan kijken ze wat ze gaan doen met de rente. In juli hebben ze ervoor gekozen om de rente niet te verlagen. Deze maand wordt het tarief verlaagd met een kwart punt, dus de weg naar beneden wordt langzaam ingezet.”
Tussen 2019 en 2023 verhoogde de ECB de rente juist tien keer. Dat moest de inflatie in Europa afremmen. Vanaf medio 2022 ging de rente snel omhoog naar een recordniveau van 4 procent, omdat de inflatie een piek van bijna 11 procent bereikte.
De gedachte is dat een hogere rente ook lenen bij banken duurder maakt. Dat zou investeringen en uitgaven van huishoudens en bedrijven afremmen. Een gevolg daarvan is weer een lagere inflatie. Dat was de reden dat de ECB de rente eerder juist verhoogde.
Een keerzijde van een hoge rente is dat uitblijvende uitgaven de economie weinig goed doen.
Inmiddels is de inflatie flink afgekoeld. De consumentenprijzen in de eurolanden zijn in augustus 2,2 procent hoger dan een jaar eerder. Dat is de laagste inflatie in ongeveer drie jaar tijd. Dat schept ruimte voor de ECB om de rente verder te verlagen.
