Het Nederlandse klimaatbeleid is niet genoeg om de klimaatdoelen te halen. Onder het nieuwe kabinet daalt de uitstoot te langzaam, waardoor het “zeer onwaarschijnlijk” is geworden dat we de doelen op tijd halen.
In de klimaatwet staat dat Nederland in 2030 55 procent minder moet uitstoten dan in 1990. Maar de kans dat we dat doel gaan halen, is kleiner dan 5 procent en dus “zeer onwaarschijnlijk”.
Dat staat in de donderdag gepubliceerde Klimaat- en Energieverkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het planbureau maakt ieder jaar de balans op door overheidsbeleid door te rekenen.
Het PBL schat dat Nederland het klimaatdoel waarschijnlijk pas in 2035 haalt, vijf jaar later dan in de wet staat. Om 2030 nog te halen, moet de overheid zich “fors inspannen”, zegt PBL-directeur Marko Hekkert. Dat betekent beleid voeren dat de uitstoot naar beneden kan halen, en snel ook.
Op zijn zachtst gezegd begint de tijd dus te dringen voor de klimaatdoelen. Vorig jaar had het rapport nog een andere conclusie. Toen werd duidelijk dat het doel om in 2030 55 procent minder uit te stoten voor het eerst realistisch was. Het PBL schatte de kans dat Nederland dat zou halen toen op ongeveer 15 procent. Het was nog steeds onwaarschijnlijk, maar mogelijk als alles meezat.
“Nederland was eigenlijk heel goed op weg, maar we zijn nu aan het vertragen”, zegt Hekkert. Hij doelt op de Nederlandse uitstoot die sinds 1990 met 36 procent daalde, zoals de grafiek hieronder laat zien.
Die toont ook voorspellingen van het PBL, gebaseerd op het bestaande beleid én de uitgewerkte plannen van de overheid. Het oranje stipje is het wettelijke klimaatdoel, de stippellijn erboven laat de verwachtingen zien op basis van het beleid. “Als we het beleid doortrekken, halen we het (klimaatdoel van 2030, red.) niet”, concludeert Hekkert.
Het klimaatdoel raakt onder andere uit zicht door het volle stroomnet en tegenslagen bij het uitbreiden van windparken op zee. Maar het PBL noemt ook politieke keuzes die de weg naar klimaatneutraliteit versperren, zoals het afschaffen van de salderingsregeling en de streep door het plan voor rekeningrijden.
Hekkert: “Normaal zien we verbeteringen door nieuwe plannen, maar met deze kabinetsplannen niet. Sterker nog, een aantal daarvan brengen de doelen zelfs verder weg.” Een voorbeeld van dat laatste is de poging van dit kabinet om een uitzondering op het mestbeleid van de Europese Unie te krijgen.
Loopt het klimaatbeleid nu al vertraging op, dan moet de overheid later harder ingrijpen, laat het rapport zien. Ook de doelen voor 2040 en 2050, wanneer de hele EU klimaatneutraal moet zijn, komen dan in de problemen.
“Het is als een marathon rennen met een trage start”, omschrijft Hekkert het. “Halen we 2030 niet, dan wordt het daarna een stuk lastiger.”