De Spaanse premier Pedro Sánchez heeft een nieuw steunpakket toegezegd van 3,8 miljard euro voor de slachtoffers van de waterramp in zijn land. Vorige week zegde zijn regering al een steunpakket van 10,6 miljard toe, maar de kritiek op de overheid blijft toenemen.
Sánchez zei op een persconferentie dat zijn land alle noodzakelijke middelen zal vrijmaken “voor zolang als dat nodig is”. Dat schrijft persbureau ANP.
Eind oktober werd het zuidoosten van Spanje geteisterd door extreme regenval. Overstromingen ontstonden uit het niets en het water kon niet goed wegtrekken richting de zee. Verschillende dorpen raakten geïsoleerd en noodhulp kwam pas laat op gang.
Zeker 222 mensen kwamen om het leven. Tientallen mensen worden nog vermist. Vooral de kustplaats Valencia is zwaar getroffen. De schade loopt naar verwachting in de tientallen miljarden.
Onder de bevolking bestaat veel onvrede over het optreden van de autoriteiten, zowel voor als na de ramp. Critici vinden bijvoorbeeld dat te laat is gewaarschuwd voor het naderende noodweer. Dat gebeurde 29 oktober pas ‘s avonds, terwijl het al de hele dag hard regende.
In Valencia demonstreerden afgelopen weekeinde tienduizenden mensen om het vertrek van de regiopresident Carlos Mazón te eisen. Betogers scandeerden “moordenaar, moordenaar” en “stap op, stap op”. De regionale overheid heeft al aangegeven dat er niemand ontslagen zal worden.