Israël pleegt genocide op Palestijnen in Gaza, concludeert Amnesty International donderdag in een stevig rapport. Onafhankelijke experts noemen het een grondige, solide analyse, al is een soortgelijk onderzoek van het Internationaal Gerechtshof (de rechtbank van de Verenigde Naties) nog bezig.
Israël maakt zich schuldig aan drie van de vijf daden die onder genocide vallen, stelt Amnesty. Het gaat om het doden van Palestijnen en het toebrengen van ernstig lichamelijk of geestelijk letsel aan deze groep. Ook creëert Israël opzettelijk omstandigheden die gericht zijn op de gedeeltelijke of gehele vernietiging van de Palestijnse bevolking.Sinds 7 oktober 2023 zijn er meer dan 44.500 Palestijnen gedood, onder wie ruim 13.300 kinderen. Ook raakten meer dan 100.000 Palestijnen gewond.
Veel (dodelijke) slachtoffers vielen door aanvallen die “opzettelijk onnauwkeurig waren”, stelt Amnesty. Israël trof te weinig voorzorgsmaatregelen om burgerslachtoffers te voorkomen. Het land veroorzaakte bovendien levensomstandigheden die leidden tot ondervoeding, honger en ziektes.Het is niet zo moeilijk om vast te stellen dat er verschrikkelijke dingen gebeuren: dat bewijs is er al lang.
De daden van Hamas verklaren volgens Amnesty onvoldoende waarom Israël levensreddende hulp opzettelijk beperkte.”Aangezien deze daden zijn gepleegd in een al bestaande context van onteigening, apartheid en onwettige militaire bezetting, kunnen we maar één conclusie trekken: de bedoeling van Israël is de fysieke vernietiging van Palestijnen in Gaza”, stelt secretaris-generaal Agnès Callamard van Amnesty in het rapport.
Amnesty zegt dat ze de bevindingen meerdere keren met Israël heeft gedeeld, maar geen reactie heeft ontvangen. Israël gaf donderdag wel een publiekelijke reactie. Het land spreekt van “antisemitische laster” en een verzonnen rapport. Ook herhaalt Israël dat het Hamas wil vernietigen met de aanvallen. Waarom het rapport onjuist zou zijn, zegt Israël niet.Amnesty keek naar mensenrechtenschendingen in Gaza tussen 7 oktober 2023 en begin juli 2024. De organisatie analyseerde onder meer vijftien luchtaanvallen op burgerdoelen, satellietbeelden en beeldmateriaal op sociale media. Ook sprak Amnesty met ruim tweehonderd mensen, onder wie Palestijnse slachtoffers, getuigen, lokale autoriteiten en hulpverleners.