Vice president Ronnie Brunswijk neemt het afwikkelen van het grondenrechtenvraagstuk persoonlijk op zich. Zo gaf de vice president woensdag voor de Raad van ministersvergadering tegenonover journalisten aan. Er resten nog ruim vier maanden waarin de huidige regering dit vraagstuk kan afronden.
Hoewel het grondenrechtenvraagstuk volgens vp Brunswijk een complexe zaak is, moeten de rechten aan de inheemsen en in stamverband levenden worden erkend.
VP Brunswijk zegt niet verweten te willen worden dit vraagstuk ook niet te hebben opgelost.
De grondenrechten van de inheemsen en marrons in Suriname hebben betrekking op de rechten op de woon- en leefgebieden en natuurlijke hulpbronnen in Suriname. Over deze rechten bestaan uiteenlopende standpunten tussen de regering ten opzichte van de inheemsen en marrons.
De inheemsen en marrons ontlenen hun rechten aan het feit dat zij generaties lang in de gebieden wonen en werken. Collectief eigendom wordt echter niet erkend in de Surinaamse wet, maar wel in het internationale recht