Journalisten van het Amerikaanse tijdschrift The Atlantic hebben president Donald Trump voor een interview op zijn mobiele telefoon bereikt. Dat is opvallend, want het telefoongebruik van een Amerikaanse president is aan strenge regels gebonden.
Trump kondigde vorige week aan een interview te hebben met journalisten van The Atlantic. Het artikel op basis van dat gesprek is inmiddels verschenen.
De aankondiging van Trump was opvallend, omdat de The Atlantic-hoofdredacteur Jeffrey Goldberg in maart in een geheime appgroep was beland waarin Amerikaanse militaire plannen werden besproken. Toen dat bekend werd, liet de president zich neerbuigend uit over The Atlantic, Goldberg en enkele van zijn journalisten.
Ook het interviewtraject verliep blijkbaar niet zonder slag of stoot, blijkt uit het artikel van het blad. Toen bekend werd wie het gesprek zouden afnemen, namelijk journalisten Ashley Parker en Michael Scherer, kwam het hele project op losse schroeven te staan.
Trump noemde Parker op zijn socialemediaplatform Truth Social een “radicaal linkse gek”, terwijl Scherer in de ogen van de president niets anders deed dan “liegen”. Medewerkers van Trump kregen lucht van de onvrede van de president en het interview werd afgezegd.
Maar Parker en Scherer hadden er naar eigen zeggen vertrouwen in dat Trump zou bijdraaien. Daarom belden ze hem op een zaterdagochtend op zijn mobiel. “Wie belt er?”, hoorden ze de president vanuit zijn countryclub zeggen. En Trump bleek inderdaad meer dan bereid om over zijn verdiensten te praten.
Het telefoonverkeer van de Amerikaanse president is aan strenge regels gebonden. Lange tijd was het voor presidenten verboden om een eigen toestel te hebben. Op aandringen van president Barack Obama kwam daar in 2009 verandering in.
Obama mocht zijn mobiel gebruiken, maar pas na aanpassingen door de Amerikaanse geheime dienst NSA. Trump heeft in het verleden gezegd dat hij alleen toestellen gebruikt die door de overheid zijn uitgedeeld.
Cybersecurityexpert Daan Keuper legt uit dat een mobiele telefoon van een president, regeringsleider of staatshoofd goed beschermd moet zijn. Zo’n mobiel is een geliefd doelwit van hackers, want er zit een microfoon in en er zitten camera’s op. Dan is er het risico op afluisteren en meekijken. “Daarom wordt nauwlettend in de gaten gehouden wat de president waar en wanneer bij zich heeft”, zegt Keuper.
De journalisten van The Atlantic zeggen niet hoe ze aan het nummer van Trump zijn gekomen. “Het enige dat we erover kwijt willen, is dat medewerkers van het Witte Huis blijkbaar niet altijd zicht hebben op de persoonlijke toestellen van de president.”
De grote vraag is nu of Trump met een door de overheid goedgekeurd toestel of met een onbekend persoonlijk mobieltje heeft gebeld. “Als dat laatste het geval is, dan zal de Secret Service de president ongetwijfeld vragen om dat toestel in te leveren”, zegt Keuper.