Manodj B. (43), die vorig jaar door de rechtbank in Alkmaar werd veroordeeld tot vijftien jaar cel voor het doden van Sumanta Bansi in 2018, verklaart nu dat hij dit uit zelfverdediging heeft gedaan. B. zegt ruzie met haar te hebben gekregen, waarop zij een mes zou hebben gepakt. Dat bleek maandag, 30 January 2023, tijdens een zitting in het hoger beroep van de zaak bij het hof in Amsterdam.
Volgens B. zou de ruzie zijn ontstaan over het mogelijk wegnemen van geld door Bansi. B. zou het mes van haar hebben afgepakt en haar ‘in een reflex’ hebben gestoken. Hij doet een beroep op zelfverdediging. Het Openbaar Ministerie liet zich maandag al kort ontvallen dat er bevindingen in het onderzoek zijn die haaks staan op wat B. nu verklaart. De 22-jarige Bansi verdween in februari 2018 uit haar woonplaats Hoorn. De UvA-studente woonde destijds bij het gezin van B., van wie ze op het moment van de verdwijning zwanger was.
B. heeft tijdens de behandeling van zijn zaak bij de rechtbank steeds volgehouden onschuldig te zijn. Hij werd in juli veroordeeld voor het doden van de jonge vrouw en het wegmaken van haar lichaam, waar tevergeefs meerdere keren naar gezocht was. Er waren ‘uiterst belastende’ verklaringen van B. die waren opgenomen zonder dat hij het wist. Daarin zegt hij onder meer dat hij Bansi heeft gedood, ‘gewoon, zo door het hart’.Een aantal maanden na zijn veroordeling gaf B. toe dat hij verantwoordelijk was en wees hij aan waar het lichaam van Bansi te vinden was. Dit bleek op een bedrijven terrein in Hoorn te zijn. Naast de resten van de vrouw werden ook kledingstukken en sieraden gevonden.
De nabestaanden van de vrouw laten via hun advocaat weten dat, hoewel de verklaring van B. een ‘ontbrekend puzzelstukje’ was, het erg confronterend was om te horen.
Het hof heeft maandag besloten dat B. zal worden opgenomen in het Pieter Baan Centrum (PBC) voor onderzoek naar zijn psyche. Ook moet er nog nader onderzoek plaatsvinden naar de doodsoorzaak van Bansi.
De volgende zitting in de zaak is op 5 april 2023. Het is nog onbekend wanneer de zaak inhoudelijk behandeld gaat worden.