Een maand na de aardbevingen in Turkije en Syrië zijn meer dan 850.000 kinderen ontheemd omdat hun huizen zo ernstig beschadigd of geheel verwoest zijn geraakt. Het aantal kinderen dat is omgekomen of gewond is geraakt loopt in de vele duizenden.
Kinderen in het tijdelijke opvangcentrum van Kahramanmaras nadat twee aardbevingen het zuidoosten van Turkije hebben getroffen.
De situatie in Turkije
Alleen al in Turkije verblijven meer dan 1,9 miljoen mensen in tijdelijke onderkomens met beperkte toegang tot basisvoorzieningen als water, sanitaire voorzieningen en medische zorg. 2,5 miljoen kinderen hebben dringend humanitaire hulp nodig. UNICEF heeft in Turkije winterkleding, elektrische kachels en dekens uitgedeeld aan bijna 277.000 mensen, waaronder meer dan 163.000 kinderen. In nauwe samenwerking met de overheid schaft UNICEF levensreddende vaccins en koel-opslagapparatuur aan, zetten we kindvriendelijke ruimtes en tijdelijke leercentra op en geven we trainingen aan maatschappelijk werkers.
De situatie in Syrië
In Syrië zijn naar schatting 500.000 mensen door de aardbeving uit hun huizen verdreven. UNICEF voorzag bijna een half miljoen mensen van levensreddend water, voorzieningen voor sanitaire voorzieningen en hygiëne, watertankwagens, afvalbeheer en kits. Meer dan 294.000 mensen kregen zorg, met name via speciaal opgerichte gezondheids- en mobiele gezondheidscentra. Meer dan 130.000 kinderen onder de vijf jaar kregen voedingshulp. En ruim 100.000 kinderen en hun verzorgers kregen psychosociale zorg.
“Al voor de aardbevingen waren de humanitaire noden van Syrische kinderen immens”, stelt Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland, “Twaalf jaar na de start van het conflict in Syrië leven miljoenen gezinnen onder moeilijke omstandigheden en met het gevoel vergeten te zijn.”
UNICEF blijft doorgaan met het identificeren van kinderen die hun ouders of familie zijn verloren.