Uganda is opgeschrikt door een van de bloedigste aanslagen in tijden. Bij de aanval in Mpondwe, in het zuidwesten van het Oost-Afrikaanse land, zijn tientallen mensen vermoord, onder wie veel scholieren. Slachtofferaantallen lopen nog altijd uiteen, maar er zouden zo’n veertig doden zijn gevallen. Zes mensen zouden zijn ontvoerd door de verantwoordelijken voor de aanslag.
De lokale autoriteiten wijzen naar de Allied Democratic Forces, de ADF. Dat is een gewapende groepering die in de jaren 90 ontstond als islamitische rebellenbeweging en strijd voerde tegen het regime van president Museveni. In 2019 zwoer de groep trouw aan terreurbeweging IS en sinds dat jaar wordt de ADF vaker aangewezen als verantwoordelijke voor aanslagen, al eist de groep de verantwoordelijkheid hiervoor zelden op. Sinds een reeks aanslagen in de hoofdstad Kampala, in 2021, bestrijdt het Ugandese leger de groep ook actiever.
Hoewel de ADF ook deze aanval op de school niet heeft opgeëist, sluit de werkwijze van de daders aan bij die van de groep, zegt hoogleraar Kristof Titeca van de Universiteit van Antwerpen, die gespecialiseerd is in het conflict in Uganda. De verantwoordelijken hebben hun slachtoffers met machetes en geweren toegetakeld, in een slaapzaal opgesloten en die in brand gestoken.
“De ADF heeft in het verleden wel aanslagen uitgevoerd die heel gelijkwaardig zijn aan wat nu gebeurd is”, zegt Titeca. “Er zijn in de begindagen ook een aantal aanslagen in Kampala geweest. Daarna is de ADF verdreven uit Uganda, naar Congo. Sinds midden jaren 90 zit de groep daar. Het is inmiddels bijna een Congolese rebellenbeweging geworden, die maar weinig met Uganda te maken heeft.”
In Congo heeft de groep – een van de honderden rebellenbewegingen in de regio – het vooral voorzien op Congolese doelen. “Maar ze leiden een erg teruggetrokken leven.” Daar komt bij dat het een redelijk arme groepering is, die zich vooral moet bedruipen met handel met burgers in de grensstreek. “Er zijn geldstromen met jihadistische bewegingen, maar die zijn maar beperkt. De omstandigheden waarin de rebellenbeweging in Congo verblijft, zijn ronduit armoedig.”