De vermiste mini-onderzeeër Titan is geïmplodeerd in de Atlantische Oceaan en alle vijf opvarenden zijn omgekomen. De Amerikaanse kustwacht heeft dat bekendgemaakt op een persconferentie. Een onderwaterrobot heeft vanmiddag brokstukken gevonden in de buurt van het gezonken Titanic-wrak. Nader onderzoek wees uit dat het gaat om restanten van de onderzeeër. De Titan werd sinds zondag vermist. Het is onduidelijk wanneer de fatale implosie zich voordeed. Eveneens wordt nog onderzocht wat er precies aan vooraf is gegaan. Maar gezien de extreme omstandigheden op de bodem van de oceaan is het volgens de kustwacht onzeker of er opheldering komt, of dat er stoffelijke overschotten geborgen kunnen worden. Vijf personen waren mee op expeditie in de Titan: een bestuurder en vier passagiers. Een van de passagiers was de Britse zakenman Hamish Harding. Ook een andere zakenman, de Pakistaan Shahzada Dawood, was onder de deelnemers, samen met zijn zoon Sulaiman. Verder was Stockton Rush aan boord, de CEO van OceanGate Expeditions. De vijfde passagier was de 73-jarige Franse duikexpert Paul-Henry Nargeolet. Het bedrijf dat de expeditie organiseert was al herhaaldelijk gewaarschuwd dat er ernstige zorgen waren over de veiligheid van de opvarenden, is naar voren gekomen uit rechtbankdocumenten. Een medewerker van OceanGate, de eigenaar van de Titan, had geschreven dat het vaartuig meer moest worden getest. Ook experts hadden zorgen geuit over wat er kon gebeuren als de onderzeeër werd blootgesteld aan de enorme druk op de bodem van de Atlantische Oceaan. De vijf opvarenden van het vermiste vaartuig hadden voor vier dagen zuurstof, die tijd was inmiddels verstreken. Gisterochtend werd voor het laatst een mogelijk teken van leven opgepikt. De kustwacht had opnieuw geluiden gehoord, maar gaf verder geen details. De onderzeeboot daalde zondagmiddag af naar het wrak van de in 1912 gezonken Titanic. Na een uur en drie kwartier ging het contact met het vaartuig verloren. De Amerikaanse kustwacht begon kort daarna een zoekactie met schepen en vliegtuigen en kreeg daarbij hulp van militairen, Canadese patrouillevliegtuigen en een Frans onderzoeksschip.