De Duitse regering heeft een akkoord bereikt over de begroting. Vorige maand werd de regering in een diepe crisis gestort toen een uitspraak van het grondwettelijk hof een streep zette door het gebruik van tientallen miljarden euro’s uit een noodpot voor de coronacrisis. De drie regeringspartijen – SPD, de Groenen en FDP – stonden voor de ogenschijnlijk onmogelijke opgave om het eens te worden over het dichten van dat gat. Na weken onderhandelen bereikten zij vannacht een akkoord over de begroting van 2024. De regering van Scholz wilde 60 miljard euro uit de noodpot voor de coronacrisis overhevelen naar de klimaatpot. Maar het constitutioneel hof oordeelde vorige maand dat dit niet mocht. En dat had grote gevolgen, want de plannen en beloftes om dat geld uit te geven lagen er al. Zo maakte de regering dit jaar miljardensubsidies bekend om chipfabrikanten naar Duitsland te lokken. Ook waren er plannen om met het geld de hoge energiekosten te dempen, zowel voor de energie-intensieve industrie als voor burgers. Voor de begroting van 2024 betekende dat in eerste instantie een gat van 17 miljard. Hoewel de belangen van de regeringspartijen uiteenlopen, lijken ze nu toch een manier te hebben gevonden om het gat te dichten. De details van de overeenkomst worden vanmiddag bekend. De gang naar de rechter kwam van de oppositie, de christendemocratische Union, een verzamelnaam voor de CDU en de Beierse CSU. Die vond dat de regering met het verschuiven van de miljarden de Duitse ‘schuldenrem’ omzeilde: een wet die het land na de financiële crisis invoerde. Die schrijft voor dat de regering niet meer mag lenen dan er binnenkomt. Duitsland kon het geld voor de coronapot alleen lenen omdat het vanwege de pandemie een nooduitzondering op de schuldenrem had gemaakt. Door te schuiven omzeilde de regering de regels voor die nooduitzondering, meende de Union.