Minister Dinotha Vorswijk van het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) heeft in het parlement verklaard dat zij geen specifieke aanvragen van of voor mennonieten heeft gezien of afgehandeld. “Er worden honderden tot duizenden grondaanvragen ingediend op het domeinkantoor. Vermeldenswaardig is dat er geen beperking is voor de oppervlakte van aanvragen. Eenieder is vrij om aan te vragen, maar specifieke aanvragen voor mennonieten heb ik nog niet gezien en ook niet afgehandeld”, aldus de bewindsvrouw in de Nationale Assemblee op 19 januari 2024.
De GBB-minister liet doorschemeren dat de grootste oppervlakte die door de huidige regering is afgehandeld, een aanvraag is van N.V Havenbeheer voor 1500 hectaren ten behoeve van een diepzeehaven in het district Nickerie. De regering heeft eerder verklaard dat er geen gronden zijn uitgegeven aan de mennonieten.
Het is pertinent onjuist dat de president aanvragen bestemd voor mennonieten door geleidt naar het ministerie van GBB. “Verder zijn er geen reserveringen van 1 miljoen hectaren. Mennonieten spelen geen rol bij het grondenvraagstuk, zoals gesuggereerd. Ze zullen alleen land kopen als het reeds bestemd is voor landbouw, zonder aanspraken van tribale volken en Inheemsen. Tot op heden bezitten mennonieten geen land in Suriname. Er zijn dus ook geen gronden in het Nassau-gebergte, Brokopondo (Klaaskreek), Witagron en Tibiti uitgegeven”, benadrukte het Kabinet van de President.