De Belgische overheid moet vijf vrouwen een schadevergoeding betalen, omdat zij als kind zijn weggehaald bij hun familie in de toenmalige kolonie Congo. Dat heeft het Brusselse hof van beroep maandag bepaald.
Volgens de rechter was het weghalen van de kinderen een misdaad tegen de menselijkheid. Daarover berichten meerdere Belgische media, waaronder omroep VRT.
Met de uitspraak vernietigt het hof een vonnis uit 2021. Toen zei de rechter nog dat de zaak was verjaard. Het Brusselse hof baseert zich nu op een resolutie van de Verenigde Naties.
De vijf vrouwen die de zaak hebben aangespannen, zijn tussen 1946 en 1950 geboren uit een Belgische vader en een Congolese moeder. Ze werden niet erkend door hun vaders en weggehaald bij hun moeder. Op de foto boven dit artikel zie je Lea Tavares Mujinga, een van de vijf gedupeerden.
Volgens historici waren er in totaal duizenden zogenoemde metissen: kinderen met een Belgische vader en Afrikaanse moeder. Ze belandden in weeshuizen, die veelal door de katholieke kerk werden beheerd. Nadat Congo in 1960 onafhankelijk was geworden, werden honderden van deze kinderen naar België gestuurd. Daar kwamen ze terecht in weeshuizen of adoptiegezinnen.
De vijf genoemde vrouwen zijn zo’n zeventig jaar geleden weggehaald bij hun familie, mishandeld in een weeshuis en vervolgens achtergelaten. Ze zijn niet naar België overgebracht.
Volgens het hof van beroep is de schadevergoeding opgelegd vanwege “de morele schade die voortvloeit uit het verlies van hun band met hun moeder, de schade aan hun identiteit en hun verbinding met hun oorspronkelijke omgeving”.
In 2019 bood toenmalig premier Charles Michel zijn excuses aan voor de praktijken van de Belgische overheid in die tijd. En de Belgische koning Filip betuigde in 2020 zijn “diepste spijt voor de geweld- en gruweldaden” in de toenmalige kolonie.