De Soedanese strijdkrachten hebben de onderhandelingen met de Rapid Support Forces (RSF) opgeschort. Het Soedanese leger beschuldigt de paramilitaire groep ervan de afspraken over tijdelijke wapenstilstanden te schenden.
De partijen onderhandelden in Jeddah om de strijd te beëindigen die in april is uitgebroken. De gesprekken worden gevoerd onder leiding van diplomaten uit Saoedi-Arabië en de VS.
Ondanks gemaakte afspraken gaat het geweld onverminderd door. Volgens het Soedanese leger zou de RSF zich uit ziekenhuizen en woningen terugtrekken, maar heeft de paramilitaire strijdgroep dat niet gedaan. Burgers zitten nog steeds vast in hun woningen en worden in sommige gevallen gebruikt als menselijk schild, schrijft Al Jazeera.
Maandag zouden de strijdende partijen een wapenstilstand met vijf dagen hebben verlengd. Maar het bestand is volgens waarnemers vorige week vaak geschonden in buitenwijken van Khartoem en in Nyala, de hoofdstad van Zuid-Darfur.
Het aanhoudende geweld heeft grote gevolgen voor de hulpverlening, zegt hulporganisatie UNICEF. Zo is een fabriek voor cruciale voeding voor ondervoede kinderen bij een brand vernietigd. Ook staat de zorg voor kinderen in ziekenhuizen en weeshuizen in heel het land onder druk.
Toch blijft het mogelijk om hulp te bieden. Zo heeft de organisatie alle regio’s van Soedan voorzien van 2.300 ton aan onder meer water en voeding. Ook is 80 procent van de behandelcentra voor ondervoeding bij kinderen nog steeds open.
De strijd in Soedan is uitgebroken tussen legerleider Abdel Fattah Al Burhan en zijn voormalige rechterhand Mohamed Hamdan Dagalo. Dagalo, in Soedan beter bekend als Hemedti, staat aan het hoofd van de RSF.
Burhan en Hemedti zijn in conflict over de integratie van de RSF in het reguliere leger. De RSF is inmiddels uitgegroeid tot een militaire en economische macht die Al Burhan wil breken.