Exxon Mobil Corp en Guyana zijn in gesprek over welke onontdekte offshore-gebieden zullen worden teruggegeven aan de regering, zeiden mensen die dicht bij de besprekingen stonden. De gesprekken komen terwijl de ontluikende olienatie nieuwe operators probeert aan te trekken voor het land.
Het door Exxon geleide consortium dat dit jaar de offshoreproductie in Guyana controleert, moest volgens het oorspronkelijke productiecontract van 2016 20% van de onontgonnen arealen teruggeven.
De arealen omvatten delen van het Stabroek-blok van 26.800 vierkante kilometer en twee andere blokken die nog niet in productie zijn.
Guyana wil het areaal aan anderen verkopen om de economische ontwikkeling van het land te versnellen en de dominantie van de Exxon-groep over zijn energieproductie te verminderen. Ambtenaren streven ernaar de olie- en gasproductie te stimuleren vooruitlopend op de eisen om de koolstofemissies tegen 2050 tot nul terug te brengen.
Exxon voldoet aan de lokale wetgeving en is in “lopende besprekingen met de regering over deze vereisten, zowel qua timing als qua oppervlakte”, aldus een woordvoerder van het bedrijf.
Exxon en zijn partners Hess en CNOOC produceren ongeveer 375.000 vaten olie per dag vanuit twee offshore-schepen. De groep heeft in totaal USD 45 miljard aan uitgaven goedgekeurd om de productie tegen 2027 te verdrievoudigen van vijf olieplatforms.
Contract overmacht
De deadline voor het opgeven van het 20% onontdekte deel van het Stabroek-blok is in oktober, zei een van de mensen die dicht bij de besprekingen stonden. De regering stemde in met een verlenging van maximaal een jaar, daarbij verwijzend naar problemen tijdens de Covid-19-pandemie die sommige werkzaamheden verhinderden.
Het consortium zou sommige gebieden al in het derde kwartaal van dit jaar kunnen teruggeven, zeiden de mensen.
